Oud Amsterdam: Gonnie Baars
Gonnie Baars was vooral bekend was aan het eind van de jaren 60.
De Amsterdamse kwam al jong in het vak, haar vader werkte bij een producent van grammofoonplaten en was pianist-entertainer. Haar eerste hit had ze al op haar veertiende
met een Nederlandse vertaling van de songfestivalklassieker Zwei kleine Italiener van Conny Froboess. Twee jaar later presenteerde ze het KRO-radioprogramma
Tienerclub en in 1967 had ze haar grootste hit Alle leuke jongens willen vrijen, dat uitgroeide tot een evergreen. Ook haar andere liedjes waren doorgaans olijk van
aard. In deze tijd werd ze vaak vergeleken met Willeke Alberti die ze soms zelfs verving als Alberti een optreden wegens omstandigheden niet kon doen.
In 1968 werd ze uitgenodigd om mee te doen aan het Nationaal Songfestival waar de NOS nog vijf andere artiesten voor had gevraagd.
Twee daarvan (Tante Leen en Trea Dobbs) zegden af en Gonnie behaalde uiteindelijk met het liedje Ik wil van alles de vierde (laatste)
plaats, winnaar Ronnie Tober die naar Londen mocht afreizen werd daar laatste. Na deze ervaring heeft ze veel samengewerkt met De Mounties
en met Henk Elsink. Met Ronnie Tober vormde ze af en toe een gelegenheidsduo.
In 1976 is ze gestopt met zingen om het in 1979 nog een come-back te maken, echter met weinig succes zodat ze al snel definitief stopte.
Eind 1999 trad ze toe tot Oud Amsterdam.
Gonnie Baars overleed onverwachts op 52-jarige leeftijd aan een hartstilstand, kort na een optreden met Oud Amsterdam.